Een freestyle ski is een ski die speciaal is ontwikkeld voor het freestyle skiën. Freestyle ski’s zijn een stuk korter en lichter dan pisteski’s. Eén van de grootste verschillen is dat freestyle ski’s twintips hebben. Dat betekent dat de voor en achterkant omhoog staat. Zo kan een freestyle skiër niet alleen voor- maar ook achteruit skiën. Op deze pagina lees je alles over freestyle ski’s.
Kenmerken van een freestyle ski
Freestyle ski’s zijn speciaal ontwikkeld voor het freestyle skiën. De ski’s zijn ideaal om allerlei trucs mee uit te voeren. Skiërs die met dit type ski skiën, zijn vaak in het funpark of de halfpipe te vinden. Toch presteren freestyle ski’s vaak ook goed op de piste. Uiteraard is dat afhankelijk van het type freestyle ski dat je koopt. Freestyle ski’s hebben een aantal kenmerken. Deze hebben we hieronder op een rijtje gezet en een aantal daarvan worden daarna verder toegelicht.
- Een stuk korter dan de gemiddelde pisteski.
- Twintips of directional twin.
- Geschikt voor freestylen, maar ook op de piste.
- Een lichte ski.
- Tussen de 95 en 105 mm onder de voet: afhankelijk van funpark/piste (smal) of off-piste (breed).
- Lengte: tussen je kin en wenkbrauwen. Let op: het gedeelte dat echt de sneeuw raakt is veel korter.
Een stuk korter en lichter
Omdat de voor- en achterkant van een freestyle omhoog staan, is het gedeelte van de ski dat daadwerkelijk met de sneeuw in aanmerking komt, een stuk korter. Dat heeft een positieve invloed op de wendbaarheid, de sprong en landing van de ski’s. Ook zijn freestyle ski’s een stuk lichter dan de gemiddelde piste ski.
Twintips of directional twin
Eén van de grootste verschillen tussen freestyle ski’s en ‘normale’ ski’s zijn de twintips. Een ski met twintips heeft twee dezelfde uiteinden. De voor- en achterkant staat daarbij iets omhoog gekruld. Hierdoor kun je gemakkelijk voor- en achteruit skiën. Ideaal voor in het funpark. Alle freestyle ski’s hebben twintips, maar er bestaat wel een tweede variant. Dat is de directional twin. Dit type ski heeft een twintip, maar deze is niet symetrisch. Een freestyle ski met een driectional twin is vooral gemaakt om mee vooruit te rijden, buiten de piste of in het funpark.
Wat is freestyle skiën
Freestyle skiën, ook wel freeskiing of ‘stuntskiën’, is een vorm van skiën waarbij artistiek vermogen, kracht en techniek erg belangrijk zijn. Het draait hierbij vooral om de trics en sprongen die je uithaalt tijdens het afdalen. De FIS erkent een aantal disciplines in deze skisport. Dat zijn: Slopestyle, Aerials (Aerials), Moguls, Halfpipe, Skicross en Dual Moguls. Freestyle skiërs zijn in de skigebieden voornamelijk in het funpark, op de buckelpiste of in de halfpipe te vinden. Op de vele kickers, boxen, schansen en meer oefenen zij hun tricks in de sneeuw.
Freestylen en Freeriden
Freestyle skiën wordt ook wel eens verward met freeriden, maar beide zijn heel anders. Het verschil zit niet alleen in het type ski, maar ook in de vorm van skisport. Bij freeriden ligt de nadruk vooral op buiten de piste skiën. De lijn en de afdaling zijn belangrijk, de tricks een stuk minder. Bij freestylen draait het vooral om de tricks die je tijdens het afdalen uitvoert. Wel kan het zijn dat je een combinatie van beide tegenkomt. Sommige freestyle skiërs trekken off-piste de bergen in en maken daar allerlei sprongen op natuurlijke schansen en jumps.
Bron: www.skiinformatie.nl